Menu
DSM-5 / GGZ

Paranoia en trauma

Paranoia is een ingewikkeld symptoom dat kan ontstaan na trauma. Het komt veel voor in verschillende persoonlijkheidsstoornissen, zoals in de Borderline persoonlijkheidsstoornis en de Paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Eveneens kan het voorkomen bij depressie, bipolaire stoornis en schizofrenie. In deze blog leggen we uit wat het is.

Paranoia is een ander woord voor achterdocht. Het is ook een ander woord voor het begrip achtervolgingswaan. Achterdocht is veelvoorkomend in persoonlijkheidsstoornissen en schizofrenie. Achtervolgingswanen zijn vaak onderdeel van psychotische verschijnselen, zoals bij schizofrenie, depressie en manie. In de volksmond worden paranoia, achterdocht en achtervolgingswanen door elkaar gebruikt. Ernstige achterdocht kan ook bij mensen voorkomen die geen (ernstig) psychiatrische aandoening hebben. Het is dan vaak van kortere duur en meestal een gevolg van een verhoogde mate van stress. In deze blog richten we ons op achterdocht en niet op de achtervolgingswaan.

Zoals hierboven omschreven kan gewone achterdocht ontstaan in tijden van hoge stress. Het gaat dan ook vanzelf weer weg. Bij persoonlijkheidsproblematiek blijft achterdocht langdurig bestaan en in verschillende situaties. Meestal in de interpersoonlijke relaties. Wil een persoonlijkheidsstoornis zich ontwikkelen, is er vaak een geschiedenis van (vroegkinderlijk) trauma. Er zijn bijvoorbeeld veel verlatingservaringen geweest of waren ouders of leeftijdsgenoten emotioneel onbeschikbaar of agressief. Als dit langdurig zo is in de kindertijd, ontstaat de verwachting bij het kind dat dit op latere leeftijd ook zo zal zijn. Er ontstaat dan een verhoogde mate van alertheid op signalen die dat voorspellen. Zodra iemand deze signalen ziet (en soms is dat onterecht), activeren deze de achterdocht. 

Vicieuze cirkel

Het probleem met paranoia binnen sociale contacten is dat deze achterdocht soms leidt tot een zelfwaarmakende voorspelling: er is een angst voor verlating, hierdoor komen er beschuldigingen (“Je hebt iemand anders!”) en die beschuldigingen worden op een bepaald moment niet meer geaccepteerd door de belangrijke ander. Hierom verlaat de belangrijke ander dan inderdaad de situatie. Iemand wil zich gewoon niet vals beschuldigd voelen. Dit bevestigt dan de achterdocht: “Zie je nou wel, Iedereen verlaat mij!” en ontstaat er hertraumatisering. De hertraumatisering houdt de achterdocht zo in stand.

Paranoia of achterdocht komt veel voor bij persoonlijkheidsstoornissen. Achtervolgingswanen zijn ook een vorm van paranoia. Het is belangrijk om behandeling te zoeken. Afbeelding gemaakt door Myriam Geskus met NightCafé©.

Wanneer je paranoia ziet binnen bijvoorbeeld de Borderline persoonlijkheidsproblematiek, kan het zich voordoen als uiting van verlatingsangst. Vaak zonder aanleiding is de persoon met Borderline ervan overtuigd dat de belangrijke ander er vandoor gaat met iemand anders, vreemdgaat of de relatie niet meer wil. Dan ontstaat er soms een beschuldiging. “Je hebt iemand anders, ik weet wel dat je haar leuker vindt!” of subtieler “Als je me zat bent, moet je het zeggen hoor”. Nu zeggen deze uitingen vaak niets over de ander, maar wel van alles over de innerlijke belevingswereld van de persoon met Borderline. Hoofdzakelijk de gevoelens van minderwaardigheid en het gevoel niets positiefs te verdienen.

Bij de Paranoïde persoonlijkheidsstoornis werkt het net iets anders, hoewel op het gebied van liefde, de paranoia hetzelfde kan overkomen als bij Borderline. Iemand met de Paranoïde persoonlijkheidsstoornis is er vooral van overtuigd dat andere mensen hem kwaad willen doen, het altijd op hem gemunt hebben of dat persoonlijke informatie op den duur tegen hen gebruikt zal worden. 

Ander trauma

Niet alleen in persoonlijkheidsproblematiek, maar ook bij “gewone” PTSS of Complexe PTSS kan achterdocht ontstaan. Wanneer iemand meervoudig seksueel misbruikt is door zijn/haar vader, kan er bijvoorbeeld het idee ontstaan dat alle mannen verkrachters zijn en kan de persoon zich niet meer open stellen voor intieme relaties met mannen. Of wanneer ouders of belangrijke anderen fysieke agressie hebben vertoond, kan het zo zijn dat mensen het gevoel krijgen dat belangrijke anderen niet te vertrouwen zijn. Deze vorm van achterdocht of paranoia kan zich dan gaan uiten als bindingsangst. 

De eerste stap in het aanpakken van alle problemen is bewustwording. Als jij niet weet dat je dit probleem hebt, kun je er ook niets aan doen. Wanneer je weet dat je last hebt van paranoia en dat het een sterke invloed heeft op jouw (sociale) wereld, is het belangrijk om hier hulp voor te zoeken. Er zijn verschillende therapieën die je kunnen helpen.

MBT

Mentalisation based treatment behandelt hoofdzakelijk mensen met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis, maar is ook werkzaam bij bijvoorbeeld autisme. Er zijn ook vormen van MBT beschikbaar voor bijvoorbeeld schizofrenie. Je leert in deze behandeling jouw gedrag en dat van anderen te verklaren vanuit de gevoelens die daarachter schuilgaan. 

Schematherapie

Schematherapie (ST) sluit mooi aan op MBT. ST is ook hoofdzakelijk bedoeld voor persoonlijkheidsstoornissen, maar ook effectief bij andere problemen. In de schematherapie leer je waar jouw gedrag (paranoia) vandaan komt, welke behoefte daar onder ligt en hoe je op een gezondere wijze uiting kan geven aan die behoefte. Je leert patronen te doorbreken die vroeger nuttig waren voor de situatie waar je toen in verkeerde, maar die je nu in de weg staan. 

Wat je zelf kan doen

Als je merkt dat je last hebt van paranoia, maar bijvoorbeeld nog niet in therapie durft of kan, dan zijn er wat dingen die je zelf al kunt doen. Houd bijvoorbeeld een dagboek bij met de paranoïde gedachten die je hebt, wanneer je die gedachten hebt, welk gevoel die gedachten aanwakkeren, hoe vaak je aan die gedachten denkt. Je kunt op deze manier je triggers leren herkennen. Wanneer je weet dat je een paranoïde gedachte hebt, kun je deze gedachte ook gaan uitdagen. “Klopt dit wel?”, “Berust deze gedachte op waarheid of op aannames?”.

Wanneer je bijvoorbeeld denkt dat iemand geen zin heeft om met jou te zijn, omdat hij steeds op zijn telefoon kijkt, kun je vragen waarom hij op zijn telefoon kijkt. Het antwoord kun je dan vergelijken met jouw gedachten. En onthoud ook: niemand kan gedachten lezen. Hoe meer je praat met anderen over je gedachten, waar die gedachten vandaan komen en wat je nodig hebt, hoe kleiner de kans wordt dat je anderen vals beschuldigt en anderen op den duur bij je weggaan. 

Schematherapie

Mentalisation Based Treatment

Borderline Persoonlijkheidsstoornis

Paranoïde Persoonlijkheidsstoornis

https://mijnlevenmetborderline.nl

https://stichtingborderline.nl/over-borderline/wat-is-borderline

https://kennisnet.vgct.nl/achterdocht/

No Comments

    Leave a Reply